KLN standaard Assendelfter groot

Herkomst
Noord-Holland, vermoedelijk Assendelft en omgeving. De intensieve scheikuiken teelt (waardoor dit ras beroemd werd) had gevolgen voor de veerkleur bij de goudpel; deze werd iets lichter dan bij alle andere “pelhoenders”.

Kleurslagen: Goudpel, zilverpel en citroenpel.

Algemene indruk
Een licht, slank gebouwd rozekammig landhoen met een vrij hoog en tamelijk gespreid gedragen staart.

Vormbeschrijving
Romp: middellang, van voren enigszins opgericht, naar achteren iets aflopend; matig diep.
Kop: nauwelijks middelgroot, matig breed tussen de ogen; gezicht onbevederd; levendig rood.
Kam: rozekam; kamoppervlak rijk voorzien van flinke grove en onregelmatige puntjes (“werk”). Bij voorkeur kort tot middellang en breed met een zijdelings afgeplatte of ronde middellange kamdoorn die enigszins de neklijn volgt.
Snavel: middellang, goed gebogen aan de punt; blauwachtig-hoornkleurig.
Kinlellen: middellang en goed afgerond; fijn van weefsel; helderrood.
Oorlellen: middelgroot, amandelvormig; wit, iets rood in de oorranden is toegestaan.
Ogen: oranjerood.
Hals: middellang, vrij opgericht gedragen en fraai gebogen. Halsbehang flink ontwik­keld.
Rug en zadel: middellange rug, iets aflopend naar achteren, smaller wordend naar de staart toe; zadelbehang vrij goed ontwikkeld.
Borst: tamelijk hoog en goed naar voren gedragen; vrij breed.
Vleugels: lang, goed gesloten en iets schuin achterwaarts naar beneden gedragen; vleugeleinden losjes rustend op de flankveren.
Schouders: matig breed; goed gerond.
Staart: flink ontwikkeld; brede, vrij gespreid gedragen stuurveren; staartdracht vrij hoog; sikkelveren van de haan goed gebogen, staartdekveren goed ontwikkeld en glad aanliggend.
Achterlijf: tamelijk gevuld, goed gerond; donspartij matig ontwikkeld.
Dijen: recht en van voren gezien voldoende uit elkaar en evenwijdig onder het lichaam geplaatst; krachtig ontwikkeld, middellang; aansluitend bevederd.
Loopbenen en tenen: middellang, onbevederd; leiblauw; vier tenen, kleur als die van de loopbenen.
Bevedering: rijk, glad aanliggend.

Eventuele verschillen tussen haan en hen
Behoudens de secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis.

Ernstige fouten
Te kleine, te smalle of te grove bouw; wit in het gezicht; afwijkende beenkleur.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Bovendien te grote, scheve of overhangende kam.

Haan Hen
Gewicht Ringmaat Gewicht Ringmaat
1.5-1.7 kg 15 mm 1.2-1.4 kg 13 mm
Goudpel

Kleur en tekening van de haan
Kop: goudbruin.
Hals: halsbehang glanzend levendig goudbruin.
Schouders, rug en zadel: glanzend warm goudbruin.
Staart: stuurveren zwart; sikkels en staartdekveren groenglanzend zwart met een smalle, scherp begrensde goudbruine omzoming.
Vleugels: levendig goudbruin aan de oppervlakte van het gevederte. De veren van de vleugelband hebben een flauw zwart getekende binnenvaan.
Grote slagpennen: buitenvaan goudbruin met enige zwarte tekening naar het einde van de veer; binnenvaan goudbruin krachtig doormengd met zwart.
Kleine slagpennen: buitenvaan goudbruin; binnenvaan goudbruin, krachtig doormengd met zwart.
Borst, voorzijde van de hals, buik en dijen: warm goudbruin, de flankveren vertonen enige zwarte peltekening.
Achterdeel: zwartachtig grijs met bruine aanslag. Donskleur: blauwgrijs.

Ernstige fouten
Sterk ongelijkmatige grondkleur; te lichte grondkleur; te donker in hals- en zadelbehang en schouders; te brede of zeer onregelmatige omzoming van sikkels of staartdekveren; ontbreken van de sikkelomzoming; bronskleurige gloed in de sikkels.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig.

Kleur en tekening van de hen
Kop: warm goudgeel.
Hals: halskraag warm goudgeel.
Schouders en rug: warm goudgeel, iedere veer getekend met groenzwarte pelvlekjes.
Staartstuurveren: goudgeel met krachtige dwarsliggende peltekening die bij de bovenste twee het krachtigst is.
Bovenborst en voorzijde van de hals: warm goudgeel zonder enige peltekening. Vleugels: vleugeldek en vleugelbanden levendig goudgeel met peltekening.
Grote slagpennen: buitenvaan goudgeel met enige zwarte tekening; binnenvaan goudgeel flink doormengd met zwart, vervagend naar de veerrand.
Kleine slagpennen: buitenvaan goudgeel met grove zwarte peltekening; binnenvaan goud­geel met grove onregelmatige peltekening die overgaat in min of meer overlangse strepen.
Benedenborst, buik en dijen: warm goudgeel met enige peltekening die naar beneden toe krachtiger wordt. Donskleur: blauwgrijs.

Ernstige fouten
Veel te lichte of veel te donkere grondkleur of ongelijke grondkleur; grove of zeer onregelmatige peltekening; onvoldoende kleurdiepte en scherpte van de pelteke­ning; te hoog in de borst oplopende peltekening; peltekening in de halskraag.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; grondkleur in de pelteke­ning.

Zilverpel

Kleur en tekening van haan en hen
De groenzwarte tekening is in alle delen van het gevederte gelijk aan die van de goudpel. De goudbruine grondkleur is bij deze kleurslag echter vervangen door zilverwit.
Donskleur: lichtgrijs.

Ernstige fouten bij de haan
Gele tint in hals- en zadelbehang; roest in schouders; zwarte vlekjes in borst, buik, dijen en vleugeldek; veel te brede of onregelmatige omzoming van sikkels of staartdekveren; ontbreken van de sikkelomzoming.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig.

Ernstige fouten bij de hen
Gele tint in de grondkleur; grove of zeer onregelmatige peltekening; onvoldoende kleurdiepte en scherpte van de peltekening; te hoog in de borst oplopende peltekening; peltekening in de halskraag.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; grondkleur in de pelteke­ning.

Citroenpel

Kleur en tekening van haan en hen
De groenzwarte tekening is in alle delen van het gevederte gelijk aan die van de goudpel. De goudbruine grondkleur is bij deze kleurslag echter vervangen door citroengeel.
Donskleur: lichtblauwgrijs.

Ernstige fouten bij de haan
Te donkere of onregelmatige grondkleur; te rood op schouders; te brede of zeer onregelmatige omzoming van sikkels of staartdekveren; ontbreken van de sikkelomzoming.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; te donker op rug.

Ernstige fouten bij de hen
Te donkere of ongelijkmatige grondkleur; grove of zeer onregelmatige peltekening; onvoldoende kleurdiepte en scherpte van de peltekening; te hoog in de borst oplopende peltekening; peltekening in de halskraag.

Fouten
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; grondkleur in de pelteke­ning.

Noot
Ten aanzien van de peltekening bij de Assendelfters wordt opgemerkt dat de peltekening gevormd wordt door aan weerszijden van de veerschacht paarsgewijs liggende, langwerpige pelvlekjes in de vorm van tarwekorrels, twee of drie aan iedere zijde van de schacht, waarvan alleen de bovenste paren zichtbaar zijn. 3-5 paren zijn toegestaan. Deze pelvlekjes liggen geheel vrij en dienen noch de schacht, noch de veerrand te raken.