Noord Hollandse hoenders groot

noordhollandse_blauweDe Noord Hollandse hoenders zijn in het begin van deze eeuw ontstaan. Met name de Mechelse hoenders (koekoek) stonden aan de wieg van de Noord Hollandse hoenders. In Nederland heeft men de poten en buitentenen onbevederd weten te fokken. Hiervoor zijn ook de Plymouth Rocks gebruikt. Het doel van deze creatie was om een ras te fokken dat een prima leg combineerde aan een goede bout. Het slachthoen moest een witte huid hebben. Daarom werd de koekoekkleur genomen. Bij het plukken bleven dan geen donkere stoppels achter. Dit ging echter alleen op bij dieren die voldoende waren uitgegroeid. Na verloop van tijd moesten de dieren om de concurrentie waarschijnlijk bij te blijven al eerder geslacht worden. De piepkuikenmesterij zorgde voor dieren die al na ongeveer 12 weken geelachtig konden worden en dan ongeveer 1300 gram wogen. De veren waren dan echter nog niet uitgegroeid en er bleven ook donkere stoppels achter. Dit zou later mede aanleiding zijn om met dit productieras te stoppen. Doordat de kleur van de haantjes iets lichter is dan die van de hennetjes kon men bijna spreken van een scheikuikenras, want na enkele dagen kon men de geslachten al scheiden. In Noord Holland hebben vele boeren in de periode 1925 – 1965 hun brood verdiend met het vermeerderen, het fokken of het mesten van Noord Hollandse hoenders.

Al was het ras er dus al eerder; pas in 1934 besloot de Ned. Hoender Club dit ras als officieel te erkennen. Het was toen al in een prima kwaliteit en uniformiteit aanwezig. Het ras kreeg toen de naam NOORD HOLLANDSE BLAUWE. Die toevoeging “blauw” kwam, omdat de dieren op afstand bekeken er blauw uitzagen. Hoe deze kleur zich op de veren manifesteerde zult u verderop in dit verhaal nog lezen.

Type
In type komen de Noord Hollandse hoenders veel overeen met de Barnevelders. De rug van de laatste is echter iets langer en qua gewicht zijn de dieren iets forser. De dieren moeten vooral breed zijn. De borst die goed gerond en vrij diep is, moet goed bevleesd zijn. De dieren hebben een horizontale houding. De rug staartlijn is iets oplopend, terwijl de staartpartij niet te fors ( met name bij de hanen) mag worden. De vleugels worden nagenoeg horizontaal gedragen.

OOGKLEUR POOTKLEUR
Deze dient oranjerood te zijn. Deze dient vleeskleurig wit te zijn tot licht parelgrijs.

 

Haan Hen
Gewicht Ringmaat Gewicht Ringmaat
3,5 ‑ 4,0 kg 22 mm 2,75 ‑ 3,25 kg 18 mm

KLEUR EN TEKENING BIJ NOORD HOLLANDSE HOENDERS

Kleurslagen
Koekoek: Kleur haan en hen zoals aangegeven onder nr. 74 van de Algemene kleurbeschrijving.
In de Algemene kleuromschrijving no. 74 staat:

Kleur en tekening van de haan
Elke veer is op donker blauwgrijze of grijszwarte grondkleur, drie of viermaal licht boogvormig overdwars onderbroken door een licht blauwgrijze tekening, welke niet scherp begrensd is. In de sierveren is het aantal dwarsbanden groter naar verhouding tot de lengte van de veer. In die veren, doch het meest in het hals- en zadelbehang, neigt de tekening tot een omgekeerde V. De koekoektekening moet over het gehele lichaam helder en zo gelijkmatig mogelijk zijn. De donskleur is licht.

Kleur en tekening van de hen
De hen is over het algemeen getekend als de haan, doch toont donkerder doordat de dwarsbanden bij de hen iets smaller zijn. De donskleur is licht.

Ernstige fouten
Veel te donker of veel te lichte kleur. Geheel miskleurige veren; sterk gele of roestbruinachtige tint in de sierveren.

Fouten
Iets te lichte of iets te donkere kleur; enkele miskleurige veergedeelten.

Noot
Door teeltkeuze heeft men bij een enkel koekoekkleurig ras de koekoekkleur iets scherper en krachtiger gemaakt. De grondkleur is zwartgrijs met enige metaalglans. Over het algemeen staat men bij de koekoektekening toe, dat de haan iets lichter is dan de hen, omdat dit kleurverschil normaal is bij deze tekening.
Bij vooral de krielen zien we een enorm kleuren scala. Van dieren met blauwe grondkleur tot dieren met zwarte grondkleur. Beide uitersten zijn naar mijn mening niet juist. De waarheid licht ook hier in het midden. Dieren die zwarte dwarsbanden laten zien hebben vaak de fout van streping in het dons bij zich. Iets dat bij koekoek niet mag.
Een blauwgrijze grondkleur is de enige juiste. De dwarsbanden moeten uiteraard veel lichter zijn. Maar de dwarsband moet over de breedte niet overal dezelfde tint hebben. In het midden tussen twee donkere banden is deze wellicht helder van keur. Naar de donkere banden toe wordt dit steeds donkerder, om vervolgens ongemerkt over te lopen in die donkere band. De banden vloeien dus in elkaar over.
De hanenveren zijn qua kleuren gelijk maar de breedte van de dwarsbanden maken verschil. Bij de hanen zijn de dwarsbanden breder dan bij de hennen.
noord_hollandse_blauwe_veer_tekening
1. Te licht gekleurde veer
2. Ideaal gekleurde veer
3. Te zwarte banden met enige streping in dons

Tegenwoordig zien wij nogal eens de volgende foutieve koekoektekening. De donkere banden bevinden zich als een stip op het midden van de veren. Naar de buitenzijde van de veren toe verdwijnt de donkere kleur.
Hierop zullen we attent moeten blijven.

Oogkleur hieronder is een goede en een foute oogkleur te zien. In dit geval betrof het ook dezelfde haan.

Foto mbt oogkleur

Hendrik Timmer

(Informatiebronnen: “Noord Hollandse Hoenderrassen door J.R.S.M. IJpma en de N.H.D.H.standaard.)